Afval is grondstof, maximalisering hergebruik en minimalisering restafval, zero-waste strategy of zelfs afval is voedsel. Het moge duidelijk zijn dat de afvalbranche een grote verandering aan het doormaken is. De bocht naar links of rechts van de olietanker die afvalinzameling heet is ingezet, het gaat niet langer meer om het afval van de straat te halen maar om het ophalen van zoveel mogelijk herbruikbare grondstoffen. En dus moet het allemaal compleet anders.
Een flinke uitdaging voor alle inzameldiensten, publiek en privaat. Want al jarenlang is bekend dat aanpassingen in het inzamelsysteem stuiten op weerstand en protest van zowel burgers als bestuurders als aandeelhouders. Soms worden aanpassingen zo strak van overheidswege opgelegd, dat de inzameldienst er niet omheen kan. Maar met de huidige wetgeving waarbij de invulling daarvan in de dagelijkse praktijk overgelaten wordt aan de gemeenten en hun inzameldiensten, dat is toch een hele andere situatie.
In theorie ziet het er prachtig uit; aan huis met minicontainers mooie, zuivere gescheiden stromen inzamelen en het genereren van restafval ontmoedigen door bewoners hiermee naar centraal in de wijk geplaatste ondergrondse containers te laten lopen. Hoe mooi kan de wereld van inzamelen eruit zien?!
Zet de roze bril maar af……veranderingen roepen weerstand op, hoe goed je ze ook kan beargumenteren. Bewoners moeten meer gaan doen met hun afval, actiever zijn als het om afvalscheiding gaat. Zij willen graag wat terugzien van hun inspanningen, bij voorkeur in de vorm van lagere afvalheffingen. Daarnaast vraagt het ondergronds brengen van het restafval de nodige investeringen, kosten die ook gedekt moeten worden. De overgang naar omgekeerd inzamelen zal dus eerst gaan kosten voordat het gaat opbrengen.
Als gemeente zit je dan in een hele nare en pijnlijke spagaat; de overgang naar het omgekeerd inzamelen kost een hoop geld, levert vooralsnog weinig op en vraagt nogal wat van de bewoners. En bewoners die ’tegen’ zijn, geven een hoop gedoe. Geen enkele gemeente zit te wachten op grote aantallen ontevreden bewoners die massaal het college van B&W gaan bellen en mailen om hun ongenoegen te uiten.
Zullen we het dan maar niet doen? Onzin! Natuurlijk kan je het doen, want op de wat langere termijn levert het omgekeerd inzamelen wel degelijk wat op en gaan we naar een minimale hoeveelheid restafval per inwoner toe. En dat is het hogere doel, toch?
De overgang naar omgekeerd inzamelen doe je niet van maandag op dinsdag. In deze trajecten staan zaken als goed voorbereiden, helder communiceren, samenwerking tussen inzameldienst, politiek en gemeentelijke organisatie, bewoners betrekken en openstaan voor vragen centraal en moeten alle betrokken partijen samen met dezelfde instelling en boodschap stevig in hun schoenen staan om het doel te bereiken.
Ook al is veranderen moeilijk, lastig en soms bedreigend, met de juiste argumenten en onderbouwing stijgt de bereidheid om mee te werken. En daarmee is de halve klus al geklaard.
De andere helft is de praktische invulling; uitdelen extra mini’s, nieuwe inzamelschema’s opstellen, een hele berg ondergrondse containers ingraven, etc. En laten we daar nou wel veel verstand van hebben……