Ik kom het tegenwoordig vaak tegen; bedrijven moeten ‘lean and mean’ opereren in deze tijd. Waarbij ik overigens direct de aantekening moet maken dat deze uitspraak niet “slinks en gemeen” betekent maar eerder “efficiënt en krachtig”, of met een wat negatievere bewoording, “meer met minder doen”. Het mag duidelijk zijn dat ik aan de de eerste uitspraak mijn voorkeur geef. Als Bedrijfskundige is het begrip lean and mean toegepast binnen organisaties mij niet onbekend. Maar in de afvalbranche, kunnen we daar ook lean and mean zijn?
De kanteling binnen de afvalbranche is ingezet. Het inzamelen van huisvuil is verleden tijd, het inzamelen van grondstoffen is de nieuwe ontwikkeling. Met wet®elgeving die de lat van het hergebruikpercentage steeds hoger legt, is er geen ontkomen aan de verandering van de afvalinzameling. Hier bovenop ligt in deze tijd dan ook nog het juk van het bieden van een hoge dienstverlening tegen maatschappelijk verantwoordde kosten. Inzamelaars en gemeentelijke inzameldiensten gaan gebukt onder deze ontwikkelingen; waarom een goed lopend systeem aanpassen? Nou gewoon; omdat er nog veel te veel herbruikbare materialen in de vuilverbranding verdwijnen.
Een al jarenlang in gebruik zijnde systeem aanpassen is echter makkelijker gezegd dan gedaan. Het gaat hier niet om een extra minicontainer of een nieuwe inzameldag. Het gaat hier om de burger vragen zijn gedrag te veranderen. Heeft de inzamelaar een logistieke uitdaging om alle herbruikbare stromen zoveel mogelijk bij de burger aan huis in te zamelen, de burger moet met zichzelf de uitdaging aangaan om afval scheiden zijn tweede natuur te maken. En dat is in eerste instantie natuurlijk ontzettend veel gedoe……
Het idee is relatief eenvoudig: aan huis krijgt een burger minicontainers voor papier, gft en droge en herbruikbare materialen zoals kunststof, blik en tetrapakken. Het restafval gaat ondergronds op een centrale locatie in de wijk. Hier is het uitgangspunt dat de langere loopafstand als drempel op de hoeveelheid restafval van de burger werkt. Weinig restafval betekent weinig wandelingetjes naar de container. Een kind kan zo lean and mean de was doen, toch? Nou, nee.
Want de belangrijkste factor in dit verhaal is de burger. En dat is meteen ook de factor die het meest moeilijk te beïnvloeden is. Een inzamelaar ( of inzameldienst) Jan wel lean and mean willen zijn, een burger is dat per definitie niet. Een burger wil gemak en eenvoud, niet teveel gedoe en als het kan ook nog iets terug zien voor zijn inspanningen. Oh ja, en last but not least, bestraffen werkt averechts.
De uitdaging voor de zeer nabije toekomst is dus niet de logistiek, niet de maatschappelijk verantwoorde kosten maar de gedragsverandering van de burger. En dat is een hele andere discussie.
Afvalinzameling kan dus zeer zeker lean and mean, daar is geen twijfel over. Maar wel in een context die voor de burger clear and easy is. Anders blijven we afval inzamelen en laten we grondstoffen verloren gaan.